iBet uBet web content aggregator. Adding the entire web to your favor.
iBet uBet web content aggregator. Adding the entire web to your favor.



Link to original content: https://www.vergadering.nu/satan/bruidvansatan.htm
Satan - wie is hij?
Satan
Wie is hij?

Menu

Evangelisch-Gereformeerd

De Opwekking komt eraan

NBV recensies

Waar was God?

Abortus - Euthanasie

Kerkgeschiedenis

Satan
  Bruid van satan



Wie is satan?
Het woord satan komt van het Hebreeuwse sãtãn en betekent tegenstander. Hij is de vorst van de gevallen engelen (demonen). Satan is de bron van alle kwaad. Hij heeft slechts één doel: afbreuk doen aan de glorie van Gods schepping. Daarin staat de mens hoog op zijn lijst van prioriteiten. Hij strijdt om onze ziel, simpel omdat God van ons houdt. Omdat satan wil voorkomen dat wij ons eens, na ons sterven, bij God voegen en de heerlijkheid beërven. Menselijk geluk is satans ellende en elke afbreuk daarvan ziet hij als een persoonlijke overwinning.
Lees verder...


Satansbruid stapt in het licht

EO-Visie - interview 15 augustus 2005 - 

Rebekah was de vijfde bruid van satan

Al voor Rebekah’s geboorte zag Anton le Vay, de schrijver van de satansbijbel, in een visioen dat zij de vijfde bruid van satan moest worden. Hij zag ook het tijdstip en de plek waar Rebekah ter wereld zou komen. Haar familie werd vervloekt en tijdens haar geboorte werd al een ritueel uitgevoerd. Zo werd Rebekah geboren in een wereld vol duisternis.

Wie had ooit durven dromen dat dit kleine meisje 24 jaar later in het wit gesluierd een kerk zou betreden? Een kerk waar ze op de klanken van de Bride of Jerusalem haar christelijke man tegemoet zou lopen? Samen met hem zou ze even later de stralende zon inlopen en gaan zitten in een koets met witte paarden ervoor. Om hen heen zouden honderden familieleden en vrienden staan. Een sprookje? “Zo voelde het in ieder geval wel!” vertelt de stralende Rebekah. Samen met haar kersverse echtgenoot Mattheus zit ze voor me. Ze is vastbesloten haar verhaal te doen, ook al laten de satanisten haar soms niet met rust. Op de bruiloft waren er daarom ook twintig bodyguards aanwezig voor extra bescherming. Ook dit interview vindt plaats onder gebedsdekking. “Ik ben niet bang,” vertelt Rebekah. “Ik ga liever dood in Gods tegenwoordigheid, dan dat ik nog langer in de satanskerk zit.”

Vervloekingen
Het verhaal van Rebekah klinkt als een scenario uit een horrorfilm “Ik groeide op in een onstabiel gezin in Amerika en onze oppas nam een groot deel van de opvoeding over. Pas later begreep ik dat zij een onderdeel van het plan was. Deze vrouw nam me mee naar de satanskerk. Daar groeide ik op en ik wist niet beter dan dat dit allemaal heel normaal was. Ik leerde dat ik dingen kon laten bewegen en mezelf kon beschermen door dieren te offeren. Ook leerde ik hoe ik vervloekingen over anderen kon uitspreken. Tijdens de diensten moesten we het bloed van vermoorde baby’s drinken; daar zou je meer kracht van krijgen. Op mijn vierde jaar werd ik verkracht door één van de hogepriesters in de kerk. Als kind van vier kon ik nog niet veel uitleggen, maar toch wist ik aan mijn ouders duidelijk te maken wat er was gebeurd. De man werd gearresteerd en onze oppas werd ontslagen. Maar er kwam een nieuwe oppas en ook zij nam me weer mee naar de satanskerk. Ik zat gevangen. Aan de ene kant keek ik tijdens de diensten soms verlangend naar buiten. Ik was jaloers op de kleine rupsen die kleurige vlinders zouden worden. Het voelde alsof ik zelf in een cocon zat, waar ik nooit meer uit zou komen. Aan de andere kant hield ik ook van de kracht die ik in me had. Omdat ik zelfs vuur onder controle kon houden, was mijn element vuur. Op mijn arm werd een tatoeage van dit symbool gebrand.”

Bloed
“Op mijn negende jaar werd ik door middel van een afschuwelijk ritueel uitgehuwelijkt aan satan. Ik kreeg een donkere jurk met pentagrammen aan. Zelfs aan de binnenkant van mijn mouwen stonden spreuken geschreven. Er werden allerlei vervloekingen gezongen en één van de bruiden van satan werd met haar kind naar voren gebracht. Omdat zij zich rebels opstelde, zou ze worden vermoord en moest ik haar plaats innemen. Wat er toen gebeurde, zal ik nooit vergeten. Voor mijn ogen werd de vrouw samen met haar kind door satanspriesters vermoord. Het geschreeuw drong door tot het diepst van mijn ziel. Ik begon te hyperventileren en ze moesten me cocaïne toedienen, anders was ik flauw gevallen.” Rebekah’s ogen vullen zich met tranen en ze wordt stil. Het kost haar zichtbaar moeite om verder te spreken. “Het bloed van de vrouw werd in de vorm van een kruis op mijn voorhoofd gesmeerd. Vervolgens moest ik een beker met bloed, sperma, urine en een zwarte weduwe leegdrinken. Daarna nodigden de andere vier bruiden mij in een cirkel. ‘Welkom in de kring van bruiden,’ spraken ze me toe. Vanaf die dag mocht ik aan de ronde ‘decision table’ (tafel der beslissingen red.) komen zitten. Aan die tafel werd afgesproken wie we gingen vervloeken.
Op een dag was de Amerikaanse prediker Benny Hinn aan de beurt.”

Vermoord
“Samen met een hogepriester en een priesteres ging ik naar een bijeenkomst van Benny Hinn. Ik had geleerd dat christenen zwakke mensen waren. De kerk stelde niet veel voor en satan was god. Ik zag satan meer werken in de kerk dan Jezus. Maar met Benny Hinn was het anders. Om hem heen zag ik een groot wit licht, zo puur dat mijn ogen er pijn van deden. Op een gegeven moment stopte Benny Hinn de dienst. Hij keek ons rechtstreeks aan en zei: “Jullie heksen daar, stop onmiddellijk met die vervloekingen!’ Daarna keek hij mij aan en vervolgde: ‘Jij zult binnen korte tijd gered worden en door God de Vader geroepen worden om voor Hem en met Hem te leven en te werken.’ Ik begon helemaal te trillen en schreeuwde alles bij elkaar. De andere twee satanisten gooiden een donkere doek over mijn hoofd, zodat ik het witte licht niet meer kon zien. Zo hebben ze me de zaal uitgesleept. Vanaf toen begonnen mijn twijfels. Ik zag in de satanskerk alleen maar dood en verderf. Baby’s werden door priesters vermoord en mensen werden geofferd. Je overleefde daar alleen op drugs. Samen met een ander meisje werd ik steeds rebelser. We ontsnapten uit de diensten en gingen onze eigen gang. Op een dag belde ze me huilend op: ik moest haar nu helpen te ontsnappen! Ik ben met haar meegegaan naar een methodistenfamilie die ze had leren kennen. Het duurde niet lang of de eerste mensen van de satanskerk stonden op de stoep. Ze liepen naar binnen en begonnen het meisje in elkaar te slaan. De man des huizes belde direct de politie. Het was al te laat. Voor mijn ogen zag ik hoe ze werd doodgeslagen. In paniek vluchtte ik naar huis. Niet lang daarna zag ik de film The Blairwitch Project. Tijdens het kijken, viel er een sluier van mijn ogen. Als ik nog langer in de satanskerk zou blijven, zou dat ook mijn einde betekenen.”

Bevrijd
“Ik vluchtte naar een christelijke familie die ik kende, maar al gauw kregen de satanisten door waar ik zat. Ze probeerden me te ontvoeren, maar dat heb ik kunnen tegenhouden door midden op straat heel hard te gaan schreeuwen. De christenen waar ik logeerde, waren zelf ook erg bang. Om ons te imponeren legden de satanisten ’s nachts afgehakte ledematen rondom het huis neer en spraken ze vervloekingen uit. Dat werkte, want de familie wilde dat ik uit het huis verdween. Samen met de dominee verbrandden ze al mijn spullen en stuurden mij weg naar een andere vrouw die meer verstand had van geestuitdrijvingen. Ik was er heilig van overtuigd dat de satanisten me te pakken zouden nemen. Ik nam mijn laatste dosis heroïne en ging op weg naar het huis van Angela Greenig Toen ik bij het huis van Angela was aangekomen, gooide ik met mijn speciale kracht de deur open. Maar de deur werd halverwege tegengehouden door de hand van Angela. ‘I don’t think so, babe!’ sprak ze met gezag. Achter haar zag ik een enorm groot licht. “Maak je geen zorgen,” lachte Angela, “dat zijn mijn persoonlijke engelen.” Het was de eerste keer dat ik werkelijk ook engelen kon zien. Ze legde me in een kamer waar alles afgesloten was. Er konden zo niets misgaan doordat ik dingen ging laten bewegen. Angela keek me recht aan en zei: “Je geeft je ziel of aan Jezus, of aan satan die je rechtstreeks naar de hel brengt. Je moet nu kiezen.” Ik begon keihard te gillen: ik kon het onmogelijk alleen doen! Ze begonnen met mij te bidden en lieten mij het zondaarsgebed opzeggen. Ik weet nog dat ik de naam van Jezus uitsprak. Daarna viel ik in een diepe droomloze slaap. Toen ik wakker werd, voelde het alsof 90% van mijn lichaam er niet was. Mijn identiteit was satan en die was nu weg. Ze baden om de vervulling van de Heilige Geest en ik begon te lachen, te zingen en in tongen te spreken. Toen opeens hoorde ik het prachtige geluid van een vogel. Ik barste in huilen uit. Nog nooit had ik een vogel horen zingen!”

Kracht
Vanaf die dag, nu 6 jaar geleden, getuigt Rebekah dagelijks over het werk van Jezus in haar leven. “Het is soms wel moeilijk om over mijn verleden te spreken. Sommige mensen denken dat je gek bent en vragen zich af waarom je geen aangifte bij de politie hebt gedaan. Ik heb geen aangifte gedaan omdat je de moorden van de satanisten niet kunt bewijzen. Ze gaan uiterst voorzichtig te werk. De baby’s die worden geofferd, zijn vaak niet geregistreerd omdat ze binnen de gemeenschap geboren worden. Bovendien zitten er ook satanisten bij de politie. Als men dit verhaal zou horen, zou men mij opsluiten in een krankzinnigengesticht. Toch wil ik getuigen. Het is zo belangrijk hier tegen te waarschuwen en ook anderen uit de duisternis te redden!” 

De Nederlandse Mattheus van der Steen leerde Rebekah op een bijzondere manier kennen. “Ik reisde al veertien jaar over de wereld om kansarmen te helpen. In Nashville kwam ik ‘bij toeval’ op een conferentie terecht waar Rebekah haar getuigenis gaf. Toen ik Rebekah op het podium zag staan, was het alsof God tegen mij zei: ‘Dat is je toekomstige vrouw’. Ik probeerde haar op de conferentie te versieren, maar dat werkte niet echt.” Rebekah: “Ik moest met mijn achtergrond van misbruik niets van mannen hebben. Totdat ik op een middag met Mattheus in een park zat te praten. Daar zag ik dat zijn engelen met mijn engelen aan het dansen waren! Op dat moment wist ik dat het goed zat, maar dat durfde ik pas na een aantal weken in een mail naar Mattheus te verwoorden.” Kort geleden zijn ze getrouwd en ze wonen inmiddels in Nederland. Mattheus weet van de gevaren: “We hebben al een aantal heel duidelijke aanvallen meegemaakt. Tijdens een evangelisatieactie in Afrika verschenen er opeens allemaal zwarte kraaien en werd Rebekah geestelijk aangevallen. ‘We are satans people,’ stond er de volgende ochtend met graffiti op onze huisjes gespoten. Maar na de geestelijke strijd kwam er een grote doorbraak van God en werden er op die plek vele mensen gered.” 

”Rebekah: “Op vrijdag 13 augustus 1999 ben ik bevrijd. Ik weet dat de satanisten me soms nog achternazitten maar ik ben niet bang; God beschermt mij. Ik bid de hele dag en memoriseer bijbelteksten van minuut tot minuut.” Mattheus: “Ze is écht vrij. Maar omdat ze zo heel duidelijk God verkondigt, hebben we wel te maken met aanvallen die soms komen vanuit haar verleden.” Rebekah heeft een aantal bijzondere gaven, die ze graag ten dienste van God wil gebruiken: “Ik wil me inzetten voor kansarmen en heb een hele sterke profetische bediening, Als er bijvoorbeeld weinig gebedsdekking is, voel ik dat aan.” Ze gaat rechtop zitten en spreekt plotseling met een ongekende felheid en gezag: “Jullie kerken moeten opstaan! We zijn hier op de wereld niet thuis, maar zitten midden in een geestelijke strijd. Satanisten worden ook in Nederland erop uitgestuurd om de kerken te vervloeken. Ze dringen zelfs door tot in de ouderlingenbanken! Houd op met roddelen over elkaar en ga met elkaar op zoek naar Gods autoriteit. Hij heeft alle kracht, stop die dan niet weg. God wil zoveel meer doen. Laat zien dat wij christenen niet zwak zijn, maar juist sterk in God!”

Christelijke bediening
Mattheus en Rebekah van der Steen werken samen fulltime voor God. Ze doen dit via de organisatie TRIN, die onder andere kansarmen in verschillende landen helpt.

Meer informatie: www.trin.nl

Nazorg
Als u wilt doorpraten naar aanleiding van dit artikel kunt u bellen met nazorg: 035-6474849, nazorg@eo.nl

Auteur: Mirjam van der Vegt


www.vergadering.nu