Notabelen
De gegijzelde notabelen zijn met name hoogleraren, journalisten, rechters,
notarissen en predikanten, oftewel Nederlanders met behoorlijke invloed.

Op 4 mei 1942 arresteren de Duitsers ongeveer 450 mannen uit heel Nederland en plaatsen hen in het Kleinseminarie Beekvliet, een school voor jongens die priester willen worden. De Duitsers hebben het gebouw een paar weken eerder gevorderd. Op 13 juli 1942 arresteren de Duitsers nog eens circa 800 mannen, zij worden in het Grootseminarie Haerendaal in Haaren, vlakbij Beekvliet geplaatst.

Beide groepen bestaan uit notabelen: hoogleraren, journalisten, rechters, notarissen, predikanten. De reden voor hun arrestatie is dat zij als dreigmiddel kunnen worden gebruikt, om zo de rest van Nederland in toom te houden.

Op 15 augustus 1942 executeren de Duitsers vijf van deze gijzelaars. Dit is een represaille voor een aanslag op een trein van de Wehrmacht vol soldaten. De aanslag mislukte, maar de Duitse bezetter wil toch een voorbeeld stellen. Nederland reageert openlijk vol afschuw en afkeuring; een reactie die de Duitsers niet hadden verwacht.

Bij een tweede vergelding, op 16 oktober 1942, schieten zij opnieuw vijftien gijzelaars dood. En ook nu reageren de Nederlanders heftig. Zelfs zo heftig dat Seyss-Inquart en Rauter besloten dat dit de laatste keer moest zijn dat van deze groep gijzelaars mensen doodgeschoten worden. Mondjesmaat worden zij vrijgelaten.

In augustus 1944 zitten er nog 116 van de in totaal 1250 mannen vast. Zij worden op 8 september overgebracht naar Kamp Vught. De meesten komen kort hierna vrij, maar enkelen worden naar Kamp Amersfoort overgebracht dat zij pas in april 1945 verlaten.