Jefferson Davis
Jefferson Davis | |
---|---|
Naam voluit | Jefferson Finis Davis |
Geboren | 3 juni 1808 |
Geboren te | Christian County, Kentucky |
Overleden | 6 december 1889 |
Overleden te | New Orleans, Louisiana |
Gehuwd met | Sarah Taylor Varina Bowell |
Partij | Democratische Partij |
Religie | Episcopalisme |
Functie | President van de Geconfedereerde Staten van Amerika |
Aantreden | 18 februari 1861 |
Aftreden | 5 mei 1865 |
Voorganger | Geen |
Opvolger | Geen |
Functie(s) | |
Afgevaardigde namens Mississippi Senator voor Mississippi 23e minister voor Oorlog | |
Portaal Politiek |
Jefferson Finis Davis (Christian County (Kentucky), 3 juni 1808 - New Orleans (Louisiana), 6 december 1889) was een Amerikaans politicus. Davis was de enige president van de Geconfedereerde Staten van Amerika tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, van 1861 tot 1865. Hij was lid van de Democratische Partij. Voor de oorlog diende Davis als afgevaardigde en senator namens Mississippi en minister van oorlog onder president Franklin Pierce.
Na de verkiezing van Abraham Lincoln tot president scheidden de Zuidelijke Staten zich een voor een af. Deze staten gingen vervolgens de Geconfedereerde Staten vormen en kozen Davis tot hun president. Davis wordt door veel historici als een zwakke leider gezien, die niet erg populair was en geen kennis over oorlog voeren had. Mede door het slechte leiderschap verloor de Confederatie de oorlog. In de Confederatie zou een termijn zes jaar duren, maar na vier jaar stopte de Confederatie al met bestaan. Davis was hierdoor de eerste en de laatste president van de Confederatie. Hij werd vervolgens gevangengenomen wegens landverraad, maar werd na twee jaar vrijgelaten. Hierna schreef hij het boek The Rise and Fall of the Confederate Government, waarin in hij zijn leven beschrijft. Mede door dit boek werd Davis in het zuiden enorm populair en vanaf de jaren 1880 werden allerlei standbeelden en monumenten voor hem opgericht. Jefferson Davis is een omstreden figuur in de Amerikaanse geschiedenis. Sommige Amerikanen vinden dat Davis een man was dit voor het zuiden opkwam en zien hem als held, terwijl andere hem als landverrader zien en vinden dat de Confederatie enkel bestond om de slavernij in leven te houden. Mede hierdoor is er veel discussie over de standbeelden en monumenten van hem.
Levensloop
Jeugd en opleiding
Davis werd geboren op 3 juni 1808 in Fairview in de staat Kentucky, hoewel hij soms ook 1807 als hij geboortejaar opgaf. Hij was het jongste kind van Jane en Samuel Davis en had negen oudere broers en zussen. Hij werd vernoemd naar president Thomas Jefferson; waar zijn vader groot fan van was. De familie Davis kwam oorspronkelijk uit Wales en woonde sinds de 18e eeuw in de Verenigde Staten. Andere van zijn voorvaderen waren van Engelse afkomst. Een van zijn voorvaderen had gediend in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Zijn familie woonde oorspronkelijk in Georgia, maar verhuisde later naar Kentucky. In 1811 verhuisde de familie naar Louisiana en in 1812 naar Mississippi. Drie van zijn broers hadden gediend in de Oorlog van 1812. In Mississippi had de familie een katoenplantage en de familie had ook slaven.
In 1815 werd Davis naar Kentucky gestuurd voor onderwijs. In 1818 werd hij overgeplaatst naar Jefferson College in Mississippi. In 1816 ging hij naar Lexington. Zijn vader overleed in 1824, toen Davis 16 jaar oud was. Hierna ging Davis naar de Militaire Academie. Tijdens kerst van 1826 smokkelde hij samen met andere soldaten alcohol in de academie om eggnog (een drankje) te maken. Davis werd hiervoor onder huisarrest geplaatst, aangezien dit verboden was. Hij studeerde af in 1832.
Huwelijk en carrière
Davis stond in het Amerikaans leger onder generaal Zachary Taylor, die later ook president zou worden. Davis werd verliefd op zijn dochter, Sarah Knox Taylor. Davis vroeg toestemming voor het huwelijk, maar generaal Taylor weigerde dit aanvankelijk te doen. Desondanks trouwden de twee op 17 juni 1835 in Louisville, Kentucky. Hierna ging het paar wonen op Bierfield Plantation bij Vicksburg, Mississippi. In augustus 1835 ging het paar naar Louisiana voor een bezoek aan zijn zus Anna. Hier zouden ze de zomer spenderen, maar het paar werd enorm ziek. Davis en zijn vrouw hadden waarschijnlijk malaria of gele koorts. Sarah overleed hieraan op 15 september 1835, na drie maanden huwelijk. Davis werd erg ziek, maar werd weer beter. Davis ging hierna naar Havana op Cuba om te herstellen. Hier bestudeerde hij ook het Spaanse leger en Spaanse forten. Vervolgens ging hij naar New York City, Washington D.C. en uiteindelijk terug naar Mississippi.
Davis had het moeilijk met het overlijden van zijn vrouw. In de tussentijd spendeerde hij geld om zijn plantage uit te bouwen. Hij kocht 16 slaven in 1836 en had er uiteindelijk 74 in 1845. Tegen 1860 had hij 113 slaven. In 1840 werd Davis lid van de Democratische Partij en voerde in 1844 campagne voor president James K. Polk. Datzelfde jaar ontmoette hij de 18-jarige Varina Banks Howell, de kleindochter van de gouverneur van New Jersey. Zij trouwden op 26 februari 1845. Samen kregen ze zes kinderen, waarvan er drie tijdens hun jeugd stierven. Ondertussen won Davis in 1845 een plekje in het Huis van Afgevaardigden.
Mexicaans-Amerikaanse Oorlog
Toen de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog begon, zorgde Davis dat er vrijwilligers in het leger kwamen. In Mississippi zorgde hij dat allerlei mannen zich opgaven om het leger van generaal Zachary Taylor in te gaan. Op 21 juli 1846 verplaatste het leger zich van New Orleans naar Texas. Davis overlegde met president Polk over het geven van wapens aan de soldaten. Polk ging akkoord en de wet kon aangenomen worden doordat Davis een plek had in het parlement. Generaal Winfield Scott was hiertegen, maar Davis zorgde ervoor dat Polk zijn afspraak nakwam. Dit zorgde voor een rivaliteit tussen Scott en Davis voor de rest van hun leven.
In september 1846 ging Davis met zijn leger naar Mexico. Hij deed mee aan de slag bij Monterrey. Hierna zegde hij zijn zetel in het Huis van Afgevaardigden op. In de slag bij Buena Vista op 22 februari 1847 werd hij in de voet geschoten. Hierdoor moest hij uit het leger opstappen. President Polk bood Davis vervolgens een positie als brigadier-generaal aan. Davis wees dit echter af, aangezien hij geloofde dat het leger een taak was van de staten zelf.
Senator en minister
Toen een van de senatoren van Mississippi overleed, stelde de gouverneur van de staat Jefferson Davis aan als zijn vervanger op 1 mei 1847. Hierna werd in 1848 nog een keer verkozen tot senator. Jefferson Davis zat ook in het bestuur van het Smithsonian Institution en in de comités voor de Library of Congress en het leger. Davis sprak zich uit voor het veroveren van meer grondgebied in Mexico. De Zuidelijke Staten wilden dit, om zo de slavernij uit te breiden. Zo was hij openlijk voor de aankoop van Cuba, dat toen een Spaanse kolonie was. Hij was tegenstander van de compromis van 1850 en besloot in 1851 zich niet opnieuw verkiesbaar te stellen.
Nadat Franklin Pierce verkozen werd tot president, werd Davis minister van oorlog. Davis was verantwoordelijk voor het bedenken van een route voor een spoorweg tussen het oosten en westen van de Verenigde Staten. Ook zorgde hij voor een uitbreiding van Washington D.C. en de Washington Aqueduct. Aangezien onder Pierce de spanningen zodanig waren toegenomen, verkoos de Democratische Partij James Buchanan als zijn opvolger. Hierdoor eindigde Davis's termijn in 1857 en besloot weer de Senaat in te gaan.
Davis trad de Senaat opnieuw toe in 1858, maar werd erg ziek. Hierdoor verbleef hij in Portland, Maine. In deze tijd sprak Davis zich openlijk uit tegen het afscheiden van staten. Tussen de Noordelijke en Zuidelijke Staten waren er spanningen over de slavernij ontstaan. De Zuidelijke Staten waren bang dat de Noordelijke Staten de slavernij zouden afschaffen, terwijl de Noordelijke Staten bang waren dat het zuiden de slavernij aan hun zou opleggen. Dit leidde ertoe dat Abraham Lincoln in 1860 tot president werd gekozen. Lincoln wilde de slavernij aanvankelijk niet afschaffen, maar juist de uitbreiding van de slavernij stoppen. Toch zagen de Zuidelijke Staten dit als een reden om zich af te scheiden. Een paar maanden na zijn overwinning scheidde South Carolina zich als eerste staat af, waarna de andere Zuidelijke Staten volgden. Davis was trouw aan Mississippi en gaf een afscheidsspeech in de Senaat.
President van de Confederatie
De afgescheiden staten kwamen samen in een vergadering. Het resultaat van deze vergadering was dat zij een nieuw land gingen vormen; de Geconfedereerde Staten van Amerika. De Confederatie bestond op dit moment nog uit zeven staten. Jefferson Davis stelde zich verkiesbaar als president. Hij had de support van zes van de zeven staten, waardoor hij tot president werd verkozen. Alexander Stephens werd zijn vicepresident. Davis en Stephens zouden voor de rest van het bestaan van de Confederatie ruzie hebben. Davis werd gekozen vanwege zijn politieke en militaire kwaliteiten. Een van de problemen van de Confederatie was dat vele Amerikaanse forten op hun grondgebied nog steeds door de Verenigde Staten bestuurd werden. Davis stuurde een gezelschap naar Washington D.C. om de forten over te dragen en de Confederatie te herkennen. Davis wilde een vreedzame oplossing, maar Lincoln zag het afscheiden van de staten als ongrondwettelijk. Hij weigerde te onderhandelen. Davis gaf hierna de opdracht om een van de forten aan te vallen. Dit leidde tot de aanval op Fort Sumter. Lincoln verklaarde het zuiden hierop de oorlog. Verschillende slavenstaten, waaronder Virginia, voegden zich vervolgens bij de Confederatie.
Davis verplaatste de hoofdstad vervolgens naar Richmond. Davis zou aanvankelijk de tijdelijke president zijn, tot dat een nieuwe president verkozen werd. Vanwege de oorlog werd besloten dat Davis president bleef op 6 november 1861. Hij kreeg een termijn van zes jaar. Voor de oorlog in Virginia stelde Davis generaal Robert E. Lee aan. Davis stelde ook een kabinet aan. Aangezien Davis een voorstander was van de rechten van staten, kwamen zijn ministers elk uit een andere staat. Jefferson Davis gaf zelf leiding aan het leger in plaats van een general-in-chief aan te stellen. Hoewel dit aanvankelijk een goed idee was, waren middelen in het zuiden schaars.
Het Noordelijke leger had de havenstad New Orleans ingenomen en maakte hun weg langs de Mississippi. De Confederatie was aanvankelijk aan de winnende hand, tot dat Davis de opdracht gaf het noorden aan te vallen. Dit was een grote fout, aangezien Lee verloor in de slag bij Gettysburg. Op de dag hierna werd ook Vicksburg ingenomen. Vanaf toen was het noorden aan de winnende hand. Andere fouten waren de ruzies die Davis had met veel van zijn kabinetsleden en congresleden. Hij wist niet een soort van nationalisme te creëren en enthousiasme voor de oorlog. Ook raakten de middelen om oorlog te voeren steeds meer op en won het Noordelijke leger steeds meer grondgebied.
Uiteindelijk moesten Davis en zijn regering vertrekken uit Richmond, dat werd ingenomen door Ulysses S. Grant. Grant en Lee sloten vrijwel hierna vrede, wat gezien wordt als het formele einde van de oorlog. Davis gaf echter niet op en bestuurde de Confederatie vanuit Danville en vervolgens Washington, Georgia. Op 4 mei 1865 ontbond hij de regering. Uiteindelijk werd Davis opgepakt op 10 mei 1865. De Confederatie bestond toen al niet meer.
Latere leven
Op 19 mei 1865 werd Jefferson Davis gevangengezet in Fort Monroe aan de kust van Virginia. Davis mocht geen bezoek hebben en buiten de Bijbel ook geen boeken lezen. Davis werd toen erg ziek en zijn situatie verslechterde. Na zeven maanden werd hem uiteindelijk een betere cel gegeven. Ook mocht hij zijn jongste dochter en zijn vrouw zien. Davis werd gearresteerd op basis van landverraad, maar de Amerikaanse regering had moeite met dit te bewijzen. Het Amerikaans Congres wilde desondanks de rechtszaak doorzetten en Davis zelfs wilde dit ook. Na twee jaar werd Davis vrijgelaten. Davis bleef schuldig tot dat president Andrew Johnson hem op eerste kerstdag 1868 vrijsprak. Johnson gaf overigens alle soldaten, generaals en politici van de Confederatie een pardon. Dit betekende dat zij niet meer gerechtelijk voor hun oorlogsmisdaden vervolgd konden worden.
Jefferson Davis had financiële problemen. Zijn plantage zijn een mislukking en ook was zijn broer overleden. Ook verliep de relatie met zijn vrouw erg moeilijk. Davis woonde in Memphis, Tennessee en werkte voor een verzekeringsmaatschappij. Davis bleef een invloedrijk persoon in het zuiden.
Hij sprak zich fel uit tegen de Reconstructie en gelijke rechten voor Afro-Amerikanen. Hij vond dat het zuiden geregeerd werd door de Noordelingen en Afro-Amerikanen. In de tussentijd besloot Davis boeken te gaan schrijven. Hij schreef het gigantische werk The Rise and Fall of the Confederate Government (1881), bestaande uit 2 delen, en verschillende andere boeken. Davis was een van de mensen die de geschiedenis herschreef. Hij probeerde de Confederatie goed te praten. Davis's boeken waren onderdeel van de Lost Cause-beweging. Davis zelf werd ook vereeuwigd als held door deze beweging. In de jaren 1880 werden er monumenten voor hem opgericht en werd hij een bekendheid. Ondertussen werd door deze beweging ook de rassensegregatie ingevoerd.
Davis overleed op 5 december 1886 aan bronchitis. Hierna werd er een grote begrafenis voor hem gehouden. Zijn lichaam werd opgebaard in New Orleans en verschillende vlaggen van de Confederatie werden naast hem opgesteld. Zijn lichaam lag eerst begraven in Louisiana, maar in 1893 werd zijn lichaam verplaatst naar Virginia. In 1907 werd er een standbeeld van hem op zijn graf geplaatst.
Nalatenschap en imago
Reputatie
Jefferson Davis is een van de meeste omstreden figuren in de Amerikaanse geschiedenis. Jefferson Davis was een voorstander van de slavernij en had ook zelf slaven op zijn plantage. Davis wordt het best herinnert als de president van de Confederatie. Hij was de leider van de Confederatie, maar had vaak onenigheid met generaals en andere politici. Davis wordt door de meeste historici gezien als een zwakke leider en mistte het leiderschap dat zijn tegenstander Abraham Lincoln wel had. Dit gebrek aan leiderschap was een van de redenen dat de Confederatie uiteindelijk werd verslagen. Davis werd in het noorden als landverrader gezien en na de Burgeroorlog probeerde hem ook hem te veroordelen, maar werd uiteindelijk vrijgelaten. Davis leidde hierna een gewoon leven, maar mocht niet in de landelijk politiek dienen. In de Zuidelijke Staten werd Davis na de Burgeroorlog enorm populair. Hij werd gezien als een held, die vocht voor de rechten van staten. De Amerikaanse Burgeroorlog ging volgens hen niet over de slavernij, maar de rechten van staten. Dit was onderdeel van de Lost Cause-beweging, die de geschiedenis wilde herschrijven. Noordelijke generaals en politici werden als schurken afgebeeld, terwijl Davis en andere Zuidelijke politici en generaals als helden afgebeeld zijn. Dit is de reden waarom Davis nog steeds als een held in de Zuidelijke staten wordt gezien.
Sinds de jaren '60 is hier veel kritiek op. De Democratische Partij, die eerst heel trots was op mensen als Davis, heeft sindsdien zich uitgesproken voor het verwijderen van monumenten ter ere van Davis. Vooral in de laatste jaren is er veel discussie over Davis ontstaan.
Monumenten
De volgende monumenten en vernoemingen zijn ter ere van Jefferson Davis:
- Een reliëf op Stone Mountain Park in Georgia samen met Stonewall Jackson en Robert E. Lee.
- Een standbeeld in Atlanta, Georgia (in 2020 verwijderd).
- Een standbeeld voor de universiteit van Austin, Texas (in 2015 verwijderd).
- Een standbeeld in Memphis, Tennessee (in 2017 verwijderd).
- Een standbeeld in het Capitool in Washington D.C. namens de staat Mississippi.
- Een buste in Vicksburg, Mississippi.
- Een standbeeld in Jackson, Mississippi.
- Een standbeeld in New Orleans, Louisiana.
- Jeff Davis County in Georgia.
- Jefferson Davis County in Mississippi.
- Fort Davis in Texas
- Jefferson Davis Memorial Historic Site in Georgia.
Daarnaast zijn er nog andere standbeelden. Ook zijn er verschillende standbeelden weggehaald of verplaatst.