IJzertijd

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Drieperiodensysteem
Holo-
ceen
Historische Tijd
La Tène-periode   Proto-
historie
Hallstattperiode
IJzertijd
  Laat  
Midden
Vroeg
Bronstijd
Neolithicum Kopertijd  
Laat Pre-
historie
Keramisch
Prekeramisch
Mesoli-
thicum
of
Epipaleo-
lithicum
Laat
Midden
Vroeg
Pleisto-
ceen
Paleo-
lithicum
Laat
Midden
Vroeg
Steentijd

Met de ijzertijd geven archeologen een bepaalde, niet vast afgebakende periode in de menselijke geschiedenis aan.

De ijzertijd is dus de periode in de protohistorie die na de prehistorie kwam. Het volgt ook de bronstijd op.

Achtergrond

De ijzertijd begon (in wat nu Nederland heet) zo rond 800 jaar met de Hallstattcultuur in Midden-Europa. Met de daaropvolgende uitbreiding van de Keltische cultuur tijdens de Hallstattcultuur en La Tène-periode kwam ook Zuid-Nederland vanaf omstreeks 700 v.Chr. onder Keltische invloed. Noord-Nederland kwam echter onder Germaanse invloed, en viel daarmee onder de Noordse IJzertijd.

De ijzertijd in onze omgeving eindigde met de komst van de Romeinen.

Rond de Middellandse Zee begon de ijzertijd al eerder, rond 1200 voor Christus. De ijzertijd begint als er in een gebied voor het eerst veel ijzer gebruikt wordt. Er is geen vaste tijd voor de wereld wanneer dat voor het eerst gebeurde omdat het afhankelijk was van de cultuur en de ligging van de streek. De techniek om ijzer te maken was op zich al wel bekend in de Bronstijd. De moeilijkheid zat 'm in de verhitting om het ijzer uit de erts te kunnen smelten. Koper smelt ongeveer bij 1.080 °C. Voor ijzer heb je een temperatuur van ongeveer 1.538 °C nodig. Alleen ijzer afkomstig van een meteoriet was in eerste instantie direct te gebruiken, maar dat was natuurlijk heel zeldzaam. Het duurde dan ook een tijd voordat men het voor elkaar kreeg om ovens te maken waarin hogere temperaturen gestookt konden worden. Een voordeel was dat ijzererts makkelijker te vinden was dan koper- en tin-erts wat je nodig hebt voor brons.

IJzertijd in Nederland en Midden-Europa

Zoals gezegd raakte ijzer, het nieuwe metaal, pas rond 800 - 700 jaar v. Chr. in gebruik in Midden-Europa en Nederland. In Noord-Nederland nog eens 100 jaar later. IJzer komt ook in ons land voor als ‘moerasijzererts’. Het wordt gevormd in beekdalen, dat is een stuk grond dat lager ligt en waar een beek doorheen stroomt. IJzererts werd ook in moerassen gevonden. Er was in de protohistorie, dat is de tijd na de prehistorie, meer dan genoeg moerasijzererts om ijzer van te kunnen maken, al was het niet van hele goede kwaliteit. Toch was het voor de boeren een belangrijk materiaal. IJzeren bijlen en punten van ploegen maakten het werk op het land makkelijker en iedereen kon het vinden of door ruilhandel te verkrijgen. Dat was ook de reden dat opbrengsten van de akkers steeds hoger werden. Daardoor kon ook de bevolking groeien. Door deze bevolkingsgroei werd de samenleving ook steeds ingewikkelder. Er moest meer eten komen, meer huizen en ook ziektes werden sneller doorgegeven.

De naam ijzertijd komt dus van het vele gebruik van ijzer. Het had veel voordelen ten opzichte van brons:

  • Het is harder en sterker en dus geschikter voor wapens en gereedschap
  • Het is makkelijker te bewerken
  • Het is makkelijker te repareren
  • De grondstof ervoor komt op meer plaatsen voor
  • Het gaat langer mee

Boerenbevolking

Boerderij in Noord-Nederland

De mensen waren bijna allemaal boeren en woonden in kleine dorpjes met soms maar een of twee huizen. Onder huizen moet je vooral boerderijen van het langhuis type verstaan. Ook hielden ze er vee; vooral koeien en daarnaast schapen, geiten en varkens. Sommige boeren hadden een paard. Maar dan had je veel geluk. Ze verbouwden vooral tarwe, gerst, bonen en zaden. De voordelen van het ijzer waren zo groot dat het boven het brons werd verkozen. Het werd gebruikt voor allerlei wapens en gereedschap. Culturen die al de sterkere ijzeren wapens hadden, versloegen de bronsculturen. Het brons werd vanaf dan vooral gebruikt voor sieraden en siervoorwerpen. Ook werden er onderdelen voor het tuigage voor paarden van gemaakt.

Binnen in een ijzertijd boerderij

Er waren ook dingen die in de ijzertijd nieuw waren en in de bronstijd nog helemaal niet bestonden:

  • Broeken van wol of linnen
  • IJzeren voorwerpen als bijlen, wapens, gereedschap, zagen
  • Bronzen munten
  • Slingerkogels
  • IJzerwinning uit de natuur (klapperstenen uit de Veluwe, moerasijzererts in het noorden, ijzeroer uit Brabant en Oost-Nederland)
  • Grafgiften van goud en koraal
  • Van sommige volken zijn er mytische verhalen bewaard gebleven. Een voorbeeld daarvan is de Keltische mythologie.

Nadeel van ijzer is dat het sneller roest als er zuurstof bij komt en daardoor brokkelig wordt. Daardoor zijn er veel ijzeren voorwerpen uit die tijd verloren gegaan. Opmerkelijke vondsten zijn gedaan in moerassige omgevingen waarbij de zure bodem en het gebrek aan zuurstof de dingen heeft bewaard (ijzer en leerresten). Mogelijk waren de moerasvennen offer-plaatsen. Zo zijn er in Noord-Nederland meerdere veenlijken uit de ijzertijd gevonden, zoals het meisje van Yde, de vrouw van Zweeloo en het paar van Weerdinge.

Mensen met een soort hogere rang, zoals een stamhoofd, die bezaten bijzondere voorwerpen zoals goud en koraal. Als er iemand doodging, werd diegene verbrand zodat hij/zij geen bacteriën meer kon verspreiden. De verbrande resten werden soms in een urn bewaard. Die urn werd op een veld begraven. Zo'n veld wordt ook wel een urnenveld genoemd. Toch werd dit al toegepast in de late bronstijd wat aangeeft dat de tijdgrenzen soms moeilijk te maken zijn.

Het gebruik van de reeds bekende materialen als steen en brons ging natuurlijk gewoon door. Het zijn de nieuwe materialen, overheersingen en gebruiken van culturen die een nieuwe periode inluiden. De komst van de Romeinen (rond het jaar nul in onze omgeving) is daar een goed voorbeeld van.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=IJzertijd&oldid=868467"