Afdaling
De afdaling is de term die wordt gebruikt binnen het wedstrijdskiën.
Algemeen
De afdaling is de oudste term binnen het skiën, en misschien ook wel een van de belangrijkste. Wat bedoeld wordt met de afdaling is eigenlijk heel logisch, je skiet vanaf een bepaalde hoogte naar beneden, onderweg kom je verschillende moeilijkheden tegen als sprongen en hoogteverschillen. Een snelle skiër doet ongeveer tussen de 90 en 130 seconden over de afdaling. De afdaling wordt ook is ook een deel van de Olympische Winterspelen. Je mag de afdaling pas proberen als je 15 jaar of ouder bent.
De piste
Voor de piste gelden enkele regels: - Minimaal 500 meter hoog. - De afdaling moet een glooiend (glad) terrein zijn. - De piste moet een speciale 'zachtvalrand' hebben, of vangennetten. - De skiër moet minstens 2 dagen op dezelfde piste hebben kunnen oefenen, je bent verplicht minstens 1 dag te oefenen.
Bekende afdalingen
Bekende afdalingen zijn te vinden in Oostenrijk, Zwitserland, Italië en Frankrijk.
- de Hahnenkammafdaling in Kitzbühel te Oostenrijk
- de Lauberhorn in Wengen in Zwitserland
- de Kandahar in Garmisch-Partenkirchen in Duitsland
- de Saslong in Gröden in Italië
- de afdaling van La Daille (le 'OK')
- de 'Face de Bellevarde' Val d'Isère in Frankrijk