Randen en lijnen toevoegen in Pages op de Mac
Je kunt een ononderbroken lijn of een lijn met streepjes of stippels toevoegen boven, onder of aan de zijkant van een alinea in de hoofdtekst van een document (in een tekstvak of vorm kun je alleen een lijn boven of onder de tekst toevoegen). Je kunt ook snel een rand rond alle vier zijden van een of meer alinea's toevoegen en kiezen voor afgeronde (in plaats van rechte) hoeken.
Opmerking: Als de tekst in een tabelcel staat, kun je alleen een rand rond de cel toevoegen. Zie De rand en achtergrond van tabelcellen wijzigen.
Een rand of lijn toevoegen aan alinea's
Selecteer de tekst waaraan je de rand of lijn wilt toevoegen.
Klik op de knop 'Layout' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik in de regelaars voor 'Alinearanden' op het pop‑upmenu voor het lijntype en kies een lijnstijl.
Er verschijnt een lijn boven elke alinea die je hebt geselecteerd.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Een of meer lijnen toevoegen: Klik op een of meer positieknoppen (onder het pop‑upmenu voor de lijnstijl en het kleurenvak).
Een volledige (vierzijdige) rand toevoegen: Klik op de positieknop aan de rechterkant (met de vetgedrukte rechthoek). Om de hoeken van de rand rond te maken, schakel je het aankruisvak 'Afgeronde hoeken' in.
Een kleur kiezen die op de sjabloon is afgestemd: Klik op het kleurenvak links van het kleurenwiel en kies een kleur.
Een willekeurige kleur kiezen: Klik op het kleurenwiel en kies een kleur in het venster 'Kleuren'.
De lijndikte wijzigen: Klik op de pijlen voor het waardeveld naast de lijnkleurregelaars.
De hoeveelheid ruimte tussen de lijn of rand en de tekst wijzigen: Klik op de pijlen naast 'Randverschuiving'.
Om de rand of lijn snel te verwijderen, selecteer je de tekst met de rand of lijn, klik je op het pop‑upmenu onder 'Alinearanden' en kies je 'Geen'.
Een rand of lijn verwijderen
Randen en lijnen kunnen op verschillende manieren worden aangemaakt. Als je niet zeker weet hoe een rand of lijn is toegevoegd, kun je de volgende methoden gebruiken om deze te verwijderen.
Klik op de lijn of rand om deze te selecteren.
Voer een van de volgende stappen uit:
Als er selectiegrepen worden weergegeven aan de uiteinden van een lijn: Deze is toegevoegd als vorm. Klik op de Delete-toets op het toetsenbord.
Als er selectiegrepen worden weergegeven bij de rand: Deze is toegevoegd als vorm. Klik op de tab 'Stijl' boven in de navigatiekolom aan de rechterkant, klik op het pop‑upmenu rechts van 'Rand' en kies 'Geen rand'.
Opmerking: Wanneer er een kleine x in de hoek van een rand of op het uiteinde van een lijn wordt weergegeven, is de vorm vergrendeld. Je moet de vorm ontgrendelen voordat je deze kunt verwijderen.
Als er geen selectiegrepen worden weergegeven aan de uiteinden van een lijn: Deze is toegevoegd als lijn. Selecteer de tekst boven de lijn en klik vervolgens op de knop 'Lay-out' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant. Als 'Geen' wordt weergegeven in het pop‑upmenu in het gedeelte 'Alinearanden', selecteer je de tekst onder de lijn. Klik op het pop‑upmenu en kies 'Geen'.
Als er geen selectiegrepen worden weergegeven bij de rand: Deze is toegevoegd als rand. Selecteer de tekst in de rand en klik vervolgens op de knop 'Lay-out' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant. Klik in het gedeelte 'Alinearanden' op het pop‑upmenu voor het lijntype en kies 'Geen'.
Als je via bovenstaande methoden geen rand of lijn kunt selecteren of verwijderen, is de rand of lijn mogelijk een sectielay-outobject dat op de achtergrond van een sjabloon is geplaatst. Als je het object selecteerbaar wilt maken, kies je 'Orden' > 'Sectielay-outs' > 'Maak lay-outobjecten selecteerbaar' (uit het Orden-menu boven in het scherm).
Je kunt ook een rand rond een pagina toevoegen en deze vervolgens als een sectielay-outobject instellen, zodat de rand op alle pagina's van het document wordt weergegeven. Zie Een rand rond een pagina toevoegen voor meer informatie.