niche
Uiterlijk
- ni·che
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | niche | niches |
verkleinwoord | nicheje | nichejes |
- (ecologie) functie of positie van een organisme of populatie binnen een ecologische gemeenschap
- (ecologie) bijzondere gebied binnen een habitat bezet door een organisme
- (bedrijfskunde) kleine gespecialiseerde markt voor een bepaalde groep producten of services
- (bedrijfskunde) klein marktsegment dat nog ontginningspotentieel biedt
- [1] nis
- Het woord niche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "niche" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ niche op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /niːʃ/
- niche
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
niche | - | - |
niche
- niche-achtig
- «Be a specialist in a niche scientific industry.»
- Zij een specialist in een niche-achtige wetenschappelijke industrie.
- «Be a specialist in a niche scientific industry.»
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to niche |
he/she/it | niches |
verleden tijd | niched |
voltooid deelwoord |
niched |
onvoltooid deelwoord |
niching |
gebiedende wijs | niche |
niche
- overgankelijk iets in een nis plaatsen
enkelvoud | meervoud |
---|---|
niche | niches |
niche
- (bouwkunde) (in een gebouw, b.v. voor het plaatsen van figuren) nis, inham
- (bouwkunde) (in een wand, b.v. voor het plaatsen van werktuigen) nis, uitsparing
- (ecologie) niche
- (bedrijfskunde) niche
- (geologie) (in een rotswand) hoek, kloof
- (sociologie) situatie of activiteit die speciaal geschikt is voor de belangen van een persoon, capaciteiten, of natuur
-
[2] A niche with a statue in Vienna.
- ↑ Weblink bron niche in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com
- [A] Ontleend aan Italiaans nicchia “nis” (voor een heiligenbeeld), mogelijk geassocieerd met een andere Italiaanse term nicchio “schelp” (eveneens gebruikt als benaming voor een architectonische decoratie). [1]
- [B] Herkomst onbekend, wellicht een spottende alliteratie van nique.
[A] niche v
- (bouwkunde) (in een gebouw, b.v. voor het plaatsen van figuren) nis, inham
- (bouwkunde) (in een wand, b.v. voor het plaatsen van werktuigen) nis, uitsparing
- hondenhok
- (bedrijfskunde) niche
- (biologie) niche
- (regering) een leeg tijdsvak in de parlementaire agenda dat door een minderheidspartij of oppositie opgevuld wordt
- (spreektaal) een kleine woning, hok
- (spreektaal) borst, tiet [2]
[B] niche v
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Ecologie in het Nederlands
- Bedrijfskunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 79 %
- Prevalentie Vlaanderen 83 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Bouwkunde in het Engels
- Ecologie in het Engels
- Bedrijfskunde in het Engels
- Geologie in het Engels
- Sociologie in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Bouwkunde in het Frans
- Bedrijfskunde in het Frans
- Biologie in het Frans
- Regering in het Frans
- Spreektaal in het Frans
- Verouderd in het Frans