keukengerief

Nederlands

keukengerief

Uitspraak

• Geluid:  keukengerief    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• keu·ken·ge·rief

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  keuken zn  en  gerief zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	keukengerief
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het keukengerief o

1. (huishouden) gereedschap dat men in de keuken gebruikt

   • Was textiel, maar ook keukengerief voor je ze de eerste keer na aankoop gebruikt. 
   • Zorg er ook voor dat u voldoende keukengerief in huis hebt. Slechts één goede grote pan? Denk eraan dat de tarte tatin en het everzwijn gelijktijdig klaargemaakt moeten worden (dat u op de foto hieronder de zoete aardappel ziet in plaats van het witloof is dan ook een gevolg van die verkeerde inschatting). 
   • Een jas, vijf flessen wijn of een zak keukengerief kopen en later oppikken in de parkeergarage: vanaf 24 september kan het, bij een beperkte groep Gentse winkels. Met een experiment met handenvrij winkelen wil Gent de concurrentie van baanwinkels en online shoppen tegengaan. 
   • Al te veel kinderspullen kunnen bezwaarlijk mooi genoemd worden. Wegens verfoeilijke materialen, foute kleuren of stereotiepe prints. Maar als we goed kijken, komen we ook uitzonderingen tegen. Wij gingen op zoek naar kindvriendelijk én knap keukengerief dat we met veel plezier toelaten in de volwassen keuken. 

Synoniemen

• keukengerei, keukenbenodigdheden

Hyperoniemen

• huisraad

Gangbaarheid

• Het woord keukengerief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keukengerief" herkend door:

76 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.