Deense koloniën
Uiterlijk
Denemarken heeft sinds de 14e eeuw onafgebroken koloniën gehad. Na de Tweede Wereldoorlog hebben de gebieden die toen nog onder Deens bestuur stonden, Faeröer en Groenland, verregaande autonomie verkregen. Daardoor worden deze gebieden niet langer als kolonie gezien. Nog altijd behoren deze twee gebieden tot het Koninkrijk Denemarken.
Deense koloniën
[bewerken | brontekst bewerken]Europa
[bewerken | brontekst bewerken]- Faeröer (1814–1948) Sinds 1948 met verregaande autonomie. Er is een beweging die volledige onafhankelijkheid nastreeft.
- IJsland (1380–1918, sinds 1944 volledig zelfstandig)
Noord-Amerika
[bewerken | brontekst bewerken]- Groenland (1815–1953).
- Deens-West-Indië (Amerikaanse Maagdeneilanden) (1666–1917) (St. Thomas, St. Jan, St. Kruis)
Azië
[bewerken | brontekst bewerken] Zie Deense Oost-Indische Compagnie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
India
- Trankebar (1620–1845) (in India)
- Frederikseilanden (Nicobaren; eilandengroep van India) (1756–1848)
- Serampore (1755–1845) (in India)
Indonesië
Sri Lanka
- Trincomalee (1620–1621)
Afrika
[bewerken | brontekst bewerken]- Fort Frederiksborg
- Fort Christiansborg
- Fort Prinsensten
- Fort Augustaborg
- Fort Fredensborg
- Fort Kongensten
- Cape Coast Castle
Sierra Leone