Veilig gebruik van nanomaterialen op het werk waarborgen

De blootstelling aan nanomaterialen hangt af van het proces, de toegepaste technische controlemaatregelen  en, als deze ontoereikend zijn, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Werkgevers moeten de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beperken tot een niveau dat is beoordeeld als niveau dat werknemers geen schade berokkent.

Aangezien inhalatie voor nanomaterialen de belangrijkste beroepsmatige blootstellingsroute lijkt te zijn,  moet het genereren van rondzwevende nanomaterialen op het werk tot een minimum worden beperkt. Dit kan worden bereikt door met gesloten systemen en natte processen te werken. Stof producerende processtappen zoals slijpen en afschuren moeten zoveel mogelijk worden vermeden.

Als zich op de werkplek nanodeeltjes in de lucht bevinden, moet er voldoende worden geventileerd. In laatste instantie kunnen werknemers worden opgeleid in het gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen, beschermende kleding, handschoenen en stofbrillen.

Er zij opgemerkt dat de normale risicobeheersmaatregelen voor het proces, zoals een gesloten systeem, bij onderhoudswerkzaamheden doorgaans tijdelijk buiten werking worden gesteld. Voor deze typen processen kunnen dus aanvullende risicobeheersmaatregelen nodig zijn.

Zelfstandige beroepsbeoefenaren hebben op hun werkplek niet altijd de mogelijkheid om even rigoureuze maatregelen te nemen als degenen die in industriële omgevingen werken.

 

Veiligheidsinformatiebladen (SDS’en)

Overeenkomstig de REACH-verordening moet bij elke gevaarlijke chemische stof een veiligheidsinformatieblad (SDS) worden verstrekt. Veiligheidsinformatiebladen geven nuttige informatie over chemische stoffen door de gevaren te beschrijven die de chemische stof oplevert en door informatie te geven over hantering, opslag en noodmaatregelen in geval van een ongeluk. De REACH-verordening eist dat gebruikers van gevaarlijke chemische stoffen het advies inzake risicobeheersmaatregelen in de bij het SDS gevoegde blootstellingsscenario’s, indien verstrekt, opvolgen.

 

Sommige nanomaterialen hebben nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling

Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling (OEL’s) voor gevaarlijke stoffen zijn belangrijke gegevens voor risicobeoordeling en risicobeheer, ook in de context van nanomaterialen.

Een grenswaarde voor blootstelling is de concentratie – in deeltjes per miljoen (ppm) of in milligram per kubieke meter (mg/m3) – van een chemische stof in de lucht op de werkplek waaraan de meeste mensen kunnen worden blootgesteld zonder schadelijke effecten te ondervinden. De OEL’s mogen echter niet worden opgevat als scherpe scheidslijnen tussen veilige en onveilige blootstellingen.

Momenteel zijn er op EU-niveau geen OEL’s voor nanomaterialen, hoogstwaarschijnlijk doordat er nog te weinig gegevens beschikbaar zijn om OEL’s vast te stellen. In het algemeen zijn op EU-niveau slechts OEL’s vastgesteld voor een beperkt aantal stoffen die momenteel op de werkplek worden gebruikt. Deze bindende en/of indicatieve grenswaarden zijn vastgelegd in EU-richtlijnen.

Veel lidstaten hebben hun eigen nationale OEL’s vastgesteld, ook voor nanomaterialen. Deze nationale grenswaarden moeten evenzeer worden geëerbiedigd, en elke werkgever moet erop toezien dat de blootstelling van zijn werknemers de OEL’s niet overschrijdt.