|
Pyrola rotundifolia L.
Rond wintergroen
|
Ecologie & verspreiding Rond wintergroen groeit op licht beschaduwde of soms zonnige plekken op vochtige, voedselarme, zwak zure of iets kalkhoudende, humeuze bodems als zand, leem, laagveen en stenige plaatsen. Zij kan hier alleen groeien als er een bepaalde schimmel in de bodem zit. Zij komt voor in de duinen in duinvalleien, op noordhellingen en in duinstruweel. In het binnenland groeit zij in bossen en moerasgebieden. Verder staat zij op antropogene plekjes als langs schelpenpaadjes in heide en aan de rand van hoogveen en in verlaten zand- en leemgroeven opgeslagen kruipwilgstruweel of berkenbosjes. In Nederland is Rond wintergroen plaatselijk vrij algemeen in de duinen en zeer zeldzaam in het overige deel van Nederland. De soort gaat in Nederland achteruit als gevolg van ontwatering, vergraving, duinverhoging en de gevolgen van atmosferische depositie. Rond wintergroen is kensoort voor de Associatie van Wintergroen en Kruipwilg, een soortenrijk dwergstruweel dat vooral in kalkarme duinen voorkomt.
CC-BY-SA 3.0 Niko Buiten, 2017
| EcologieBodemLicht beschaduwde of soms zonnige plaatsen op vochtige, voedselarme, zwak zure of iets kalkhoudende, humeuze grond (zand, leem, laagveen en stenige plaatsen). GroeiplaatsZeeduinen (duinvalleien, noordhellingen, duinstruweel), rotsrichels, bossen (lichte plaatsen), moerassen (veenmoerassen en randen van hoogvenen), afgravingen (kruipwilgstruweel in verlaten zand- en leemgroeven), heide, langs schelpenpaadjes en grasland (schraal hooiland).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in de duinen en zeer zeldzaam in Zuid-Limburg, in het oosten en midden van het land, in Zeeland en in Flevoland. VlaanderenZeldzaam in de duinen. Eders zeer zeldzaam. WalloniëZeldzaam in Lotharingen en de Kalkstreek. WereldIn West- en Midden-Siberië en in Oost, Midden- en Noord-Europa, zeldzamer in West- en Zuid-Europa.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurCortenraad, J. & T.J.D. Mulder (1997) Uit de flora van Limburg. Aflevering 39. Natuurhistorisch Maandblad 86: 15-18 de Kraker, K. (2022) Grevelingenverslag 2021. Ecologisch adviesbureau Sandvicensis, Burg-Haamstede Haveman, R. & M. Hornman (2001) Flora en fauna op militaire heideterreinen. De Levende Natuur 102 (4): 173-176 Kops, J. (1814) Pyrola rotundifolia - Randbladig Wintergroen Flora Batava 3: 188-188 Thijsse, J.P. (1931) Rondbladig wintergroen. Pyrola rotundifolia. De Levende Natuur 35: 369-376 van Ooststroom, S.J. & T.J. Reichgelt (1961) 90. Pyrolaceae. Flora Neerlandica : 27-35 Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2: 256Flora Batava 03: plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.: 462Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.: 561Nederlandse Oecologische Flora 3: 26Wilde-Planten.nl: paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Ericales | Familie: | Ericaceae | Pyrola rotundifolia L. (1753) | Nederlands: | Rond wintergroen | Engels: | Round-leaved Wintergreen | Duits: | Rundblättriges Wintergrün | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | Pyrola is het verkleinwoord van het Latijnse pyrus (peer) en slaat op de overeenkomst in vorm en glans van de bladen met die van de peer. Rotundifolia betekent "met ronde bladen".
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn aan de voet stomp kantig en meestal zijn ze groen, maar soms rood. Bladeren De donkergroene bladeren zijn zwak glanzend, iets leerachtig, hebben een omgebogen rand, zijn gekarteld en rondachtig-eirond. De steel is even lang als of langer dan de bladschijf. De schutbladen zijn eirond tot langwerpig en omvatten de stengel. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De knikkende bloemen vormen met aantallen van 8 tot 15 een rechtopstaande, naar alle kanten gekeerde tros. Ze verspreiden een zwakke geur. De kelkslippen zijn langwerpig, spits en staan af. De bloemkroon is wit of iets roze, schaalvormig tot bijna vlak uitgespreid, gaat wijd open en is 0,8 tot 1,2 cm groot. De kroonbladen zijn niet allemaal even groot. De S-vormige stijl wordt 0,6 tot 1 cm lang, is omlaag gericht en eindigt in een schijf, waarop de 5 stempellobben als een kegeltje samen bij elkaar zitten. Vruchten Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. © NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|