EcologieBodemZonnige, soms half beschaduwde plaatsen in ondiep, matig voedselarm tot matig voedselrijk, neutraal tot zwak zuur water. Zoutmijdend (laagveen of sterk venig zand en leem).
GroeiplaatsMoerassen, water en waterkanten (laagveenmoeras, beekdalmoeras, verlande plassen, petgaten, kleine plassen, verlandende sloten, waterkanten in veenweidegebieden, oude Maasmeanders, vennen, poelen en soms in hoogveenpoeltjes), bossen (soms in moerasbossen) en zeeduinen (duinplassen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in laagveengebieden en vrij zeldzaam in het noordoosten van het land. Elders zeldzaam, maar zeer zeldzaam in Zuid-Limburg. Niet in Zeeland en Flevoland.
VlaanderenVrij zeldzaam in de Kempen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WalloniëVrij zeldzaam iin de Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldKoude en gematigde streken op het noordelijk halfrond. Noordelijk tot 71° N.Br.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1800) Menyanthes trifoliata - Waterdrieblad
Flora Batava 1: 2-2
Schierbeek, A. (1926) De Waterklaver als drijftilvormer.
De Levende Natuur 30: 263-266
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
106Flora Batava 01:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
586Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
736Nederlandse Oecologische Flora 3:
98Wilde Planten 2:
86Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels In het water of op nat veen vormt Waterdrieblad horizontale, dikke, groene, vertakte en vrijwel niet behaarde stengels.
Bladeren De bladeren groeien aan de uiteinden van de stengels. Ze zijn groot, 3-tallig met omgekeerd eironde, vaak zwak gekartelde deelblaadjes.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijzesteel is lang en draagt geen gewone bladeren, maar wel een tros van 10 tot 30 bloemen met vrij grote, schubvormige schutbladen. In knop is de bloemkroon naar de top toe roze gekleurdt. De geopende bloemen zijn wit, 1,4 tot 1,6 cm groot en stervormig. De binnenkant van de kroonslippen dragen talrijke forse, witte haren.
Vruchten Een doosvrucht. De boonvormige vruchten gaan met 2 of soms 3 kleppen open. De zware zaden zijn glanzend oranjebruin en blijven op het water drijven. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.