wandeltocht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wandeltocht    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈwɑndəlˌtɔxt / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.ˌtɔχt/, /-dɔɫ-/

Woordafbreking

• wan·del·tocht

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  wandel ww  en  tocht 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	wandeltocht	wandeltochten
verkleinwoord	wandeltochtje	wandeltochtjes

Zelfstandig naamwoord

de wandeltocht m

1. een lange wandeling

   • Vanwege het mooie weer waren veel mensen een wandeltocht aan het maken. 

   ▸ In een oude National Geographic had ik ooit als kind een artikel over deze trail gelezen, 4.286 kilometer door Amerika. Dit heb ik altijd onthouden, maar ik had nooit gedacht dat zo’n lange wandeltocht voor mij weggelegd zou zijn.

Verwante begrippen

boswandeling bergwandeling ruimtewandeling stadswandeling strandwandeling wandelaar wandelafstand wandelbrug wandelclub wandeldag

wandelen wandeletappe wandelgang wandelgebied wandelgids wandeling wandelkaart wandelmogelijkheid wandelpad

wandelpark wandelpas wandelpier wandelplaats wandelroute wandelschoen wandelsport wandelsportvereniging wandelstaf

wandelstok wandelstraat wandeltoerisme wandelvakantie wandelvereniging wandelvierdaagse wandelwagen wandelweer wandelweg

Vertalingen

    1. een lange wandeling   

Duits: Wanderung (de) v Engels: walking tour (en) Frans: randonnée à pied (fr) v

Noors: fottur (no) m Nynorsk: fottur (nn) m

Gangbaarheid

• Het woord wandeltocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wandeltocht" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.