volstaan

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  volstaan    (hulp, bestand)
• IPA: /vɔl.ˈstan/

Woordafbreking

• vol·staan

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘volharden, voldoende zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1291
• samenstelling van  vol ww  en  staan 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
volstaan	volstond	volstaan
klasse 6	volledig

Werkwoord

volstaan

1. absoluut: voldoende zijn

   • Een korte opmerking daarover volstaat. 

   ▸ Mocht u iets nodig hebben, volstaat het aan het schelkoord te trekken dat naast de deur hangt. Ik wens u een aangenaam verblijf toe in Grand Hotel Europa.'

2. inergatief: besluiten dat iets voldoende moet zijn

   • Er is volstaan met een korte opmerking. 

Verwante begrippen

• genoeg zijn, toereiken, toereikend zijn, voldoen

Vertalingen

    1.   

Engels: suffice (en)

Spaans: bastar (es) , ser suficiente (es)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
volstaan	stond vol	volgestaan
klasse 6	volledig

Werkwoord

volstaan

1. vol staan

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van volstaan: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)

Werkwoord

vervoeging van:	volstaan…
verbogen vorm:	volstane

volstaan

1. voltooid deelwoord van volstaan

Gangbaarheid

• Het woord volstaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "volstaan" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.