inefficiënt
Uiterlijk
- Geluid: inefficiënt (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɪnɛfiˈʃɛnt / (4 lettergrepen)
- in·ef·fi·ci·ënt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inefficiënt | inefficiënter | inefficiëntst |
verbogen | inefficiënte | inefficiëntere | inefficiëntste |
partitief | inefficiënts | inefficiënters | - |
inefficiënt
- (economie) van een werkmethode dat het veel moeite kost en maar weinig oplevert
- Omdat er daarbuiten zoveel is dat het vermogen heeft je schade toe te brengen, bevat je lichaam een groot aantal verschillende soorten defensieve witte bloedcellen—alles bij elkaar zo'n tien miljoen typen, elk ontworpen om een bepaald soort aanvaller te identificeren en te vernietigen. Het zou onmogelijk inefficiënt zijn er tien miljoen verschillende legers op na te houden, dus elke variëteit witte cel heeft niet meer dan een paar verkenners in actieve dienst. Als een besmettelijke agens—een zogenaamd antigeen — binnenvalt, identificeren die verkenners de aanvaller en vragen ze om de juiste versterking. Terwijl je lichaam deze legers aanmaakt, voel je je ongetwijfeld beroerd. De genezing begint als deze legers eindelijk in actie komen.[1]
- Haar machteloosheid om de ziekte te vertragen, haar onvermogen om haar vader zijn vroegere leven terug te geven — het vrat aan haar, maar dat gedoe met die verzekering was iets anders, dat was een nodeloos schandaal, iets wat ze er niet bij konden hebben. Beseften de verzekeringsmaatschappijen dan niet dat ze door verwarring te zaaien, dingen te weigeren en frustratie te veroorzaken, haar vaders gezondheid alleen maar verslechterden en die van haar moeder in gevaar brachten? Het was op zijn minst inefficiënt.
[2]
1. van een werkmethode dat het veel moeite kost en maar weinig oplevert
- Het woord inefficiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inefficiënt" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Bryson, BillEen kleine geschiedenis van bijna alles Vertaald door Servaas Goddijn 2015 ISBN 978-90-450-2987-0 pagina 400-1
- ↑ Eggers, DaveDe cirkel vertaald door Gerda Baardman, Lidwien Biekmann, Brenda Mudde en Elles Tukker 2013 ISBN 978-90-488-1863-1 pagina 75
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Ontkennend voorvoegsel in- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %