diergezondheid
Uiterlijk
- dier·ge·zond·heid
- samenstelling van dier zn en gezondheid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diergezondheid | |
verkleinwoord |
de diergezondheid v
- het lichamelijk welzijn van een door mensen gehouden dier
- ▸ De Dierenbescherming is ernstig teleurgesteld in de nota over dierenwelzijn en diergezondheid waarmee staatssecretaris Bleker vanmiddag kwam. De organisatie vindt het een visieloos document vol open deuren.[1]
- ▸ Runderpest was dodelijk voor runderkuddes in met name Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Het virus dook eind negentiende eeuw op in Afrika en doodde 80 tot 90 procent van de runderen op dat continent. Een uitbraak van runderpest in Europa in 1924 was aanleiding voor de oprichting van de wereldorganisatie voor diergezondheid.[2]
- Het woord diergezondheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Nota Bleker is visieloos'” (Donderdag 23 februari 2012, 23:43), NOS
- ↑ Weblink bron “VN: opnieuw dodelijk virus uitgeroeid” (Donderdag 14 oktober 2010, 14:30), NOS