boekerig
Uiterlijk
- boe·ke·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | boekerig | boekeriger | boekerigst |
verbogen | boekerige | boekerigere | boekerigste |
partitief | boekerigs | boekerigers | - |
boekerig [1]
- (pejoratief) zoals alleen in boeken voorkomt
- Het woord boekerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boekerig" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be