bioscoopbezoeker

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bioscoopbezoeker    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bio·scoop·be·zoe·ker

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bioscoop zn  en  bezoeker zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bioscoopbezoeker	bioscoopbezoekers
verkleinwoord	bioscoopbezoekertje	bioscoopbezoekertjes

Zelfstandig naamwoord

de bioscoopbezoeker m

1. (filmkunst) iemand die een film bekijkt in een bioscoop

   ▸ Veel vrouwen komen er rond voor uit dat ze het een enorm spannend verhaal vinden en hoge verwachtingen hebben van de film. En het valt niet tegen. "De film was super. Je moet hem gaan zien", vertelt een bioscoopbezoeker na afloop.

   ▸ In de buurt van Nashville in de Amerikaanse staat Tennessee heeft de politie een man doodgeschoten die met een geweer, een bijl en pepperspray een bioscoop was binnengelopen. Hij verwondde volgens de politie een bioscoopbezoeker met de bijl. Ook werden drie bioscoopbezoekers bespoten met de pepperspray.

Gangbaarheid

• Het woord bioscoopbezoeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.