bezitsvorm
Uiterlijk
- Geluid: bezitsvorm (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈzɪtsfɔrəm / (3 of 4 lettergrepen)
- be·zits·vorm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezitsvorm | bezitsvormen |
verkleinwoord | - | - |
de bezitsvorm m
- (taalkunde) buigingsvorm van een naamwoord, lidwoord of telwoord die aangeeft dat iets toebehoort aan de zo verbogen naamwoordgroep
- Door aan een persoonsnaam de uitgang "-s" toe tevoegen, ontstaat de bezitsvorm: "Robins neus" is "de neus van Robin".
- ▸ Of „the dog ate it’s bone”, waar bezitsvorm „its” is verwisseld met de inkorting van „it is”.[1]
- (politiek) (economie) elk van de theoretisch onderscheiden manieren waarop de zeggenschap over schaarse goederen kan worden geregeld
- ▸ Ik kijk alleen naar de doelmatigheid, die is beslissend, dáár ligt de waarde van bezit. En die doelmatigheid bestaat alleen bij privébezit waarvoor is betaald, gespaard en geknokt. Alleen die bezitsvorm biedt de garantie dat er efficiënt werk wordt geleverd.[2]
- ▸ Een antwoord op de vraag, welke nadelen er aan het particuliere vermogensbezit zijn verbonden of op de vraag of deze bezitsvorm wellicht geen belangrijke economische voordelen in zich sluit, hebben wij nergens aangetroffen.[3]
- [1] genitief
- [2] privébezit, staatsbezit
- Het woord bezitsvorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron John Hoogerwaard“De apostrof staat er alleen voor” (2 december 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Béla Kádár interview door Peter Michielsen“Hongarije: na fluwelen revolutie kwam desillusie” (25 september 1991) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Mensen of robots” (3 januari 1952) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 of 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal