Eerste Kamerverkiezingen 1862
Eerste Kamerverkiezingen 1862 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 8 juli 1862 | ||||||
Land | Nederland | ||||||
Te verdelen zetels | 13 (26 leden waren niet-aftredend) | ||||||
Opvolging verkiezingen | |||||||
| |||||||
|
De Eerste Kamerverkiezingen 1862 waren reguliere Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 8 juli 1862.
De verkiezingen werden gehouden voor een derde deel van de zittende leden van de Eerste Kamer van wie de zittingstermijn afliep. Bij deze verkiezingen kozen de leden van Provinciale Staten - die bij de Statenverkiezingen in mei 1862 gekozen waren - in negen[1] kiesgroepen naar provincie[2] dertien nieuwe leden.
De uitslag van de verkiezingen was als volgt:
Groepering | Zetels | Zetelverdeling naar provincie[2] | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1859[3] | Af[4] | Bij[5] | 1862 | +/− | Gr | F | D | O | Ge | U | NH | ZH | Z | NB | L | |
gematigde liberalen | 17/15[6] | 5 | 4 | 14 | −1 | 1 | 1 | 1 | 4 | 1 | 1 | 2 | 3 | |||
conservatieven | 12/13 | 5 | 5 | 13 | 0 | 1 | 1 | 1 | 3 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
liberalen | 9/11[6] | 3 | 4 | 12 | +1 | 1 | 2 | 1 | 1 | 4 | 3 | |||||
conservatief-protestanten | 1/0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||||||
totaal | 39 | 13 | 13 | 39 | 0 | 2 | 3 | 1 | 3 | 5 | 2 | 6 | 7 | 2 | 5 | 3 |
Gekozenen
[bewerken | brontekst bewerken]Bij deze verkiezingen waren dertien leden aftredend, van wie tien herkozen werden. De stemmingen voor de overige vacatures hadden de volgende resultaten:
- Door Provinciale Staten van Groningen werd Johan Quintus (gematigde liberalen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Adriaan van Roijen die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn.
- Door Provinciale Staten van Gelderland werd Carel Nobel (liberalen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Hendrik van Goltstein van Oldenaller (conservatieven) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn.
- Door Provinciale Staten van Zuid-Holland werd Johan van der Heim van Duivendijke (conservatieven) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Abram van Rijckevorsel (gematigde liberalen) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn.
De zittingsperiode van de Eerste Kamer ging in op 15 september 1862. De zittingstermijn van de gekozen Kamerleden bedroeg negen jaar.[7]
Bronnen
- Nieuwe Rotterdamsche Courant, 9 juli 1862
Noten
- ↑ In Drenthe en Utrecht waren geen aftredende Kamerleden.
- ↑ a b Zie Eerste Kamerverkiezingen voor een nadere toelichting.
- ↑ Een wijziging van het aantal zetels van een partij c.q. groepering is ontstaan door aftreden en overlijden gedurende de zittingsperiode 1859-1862.
- ↑ Aftredend in 1862 vanwege het bereiken van het einde van de zittingstermijn.
- ↑ Gekozen c.q. herkozen bij de verkiezingen in 1862.
- ↑ a b Eén Kamerlid namens de gematigde liberalen sloot zich aan bij de liberalen.
- ↑ Om de drie jaar was een derde deel van de Kamerleden aftredend.