Bundeswehr
Bundeswehr | ||
---|---|---|
Land | Bondsrepubliek Duitsland | |
Hoofdkwartier | Berlijn en Bonn | |
Onderdeel van | Bondsrepubliek Duitsland | |
Oprichting | 12 november 1955 | |
Leiding | ||
Opperbevelhebber | Carsten Breuer | |
Verantwoordelijke minister | Boris Pistorius | |
Slagkracht | ||
Eenheden | Heer | |
Troepensterkte* | 198.639 | |
Aantal dienstplichtigen* | 183.638 | |
Aantal reserve* | 15.000 | |
Uitgaven | ||
Jaarbudget* | €51,95 miljard (2024)[1] €71,75 miljard (2024)Inclusief 2e tranche bijzondere activa[1] | |
Procent van bbp* | 2.12 % (2024) [2] | |
Industrie | ||
Buitenlandse leveranciers |
|
De Bundeswehr is de krijgsmacht van Duitsland.
De Bundeswehr bestaat uit drie onderdelen:
Daarnaast is er nog een aantal gezamenlijke organisaties zoals:
- Streitkräftebasis: 'paarse' organisatie voor ondersteunende diensten, zoals militaire politie, brandstof, munitiebeheer etc.
- Sanitätsdienst: geneeskundige dienst
- Wehrverwaltung: administratie
- Wehrtechnische Dienststellen: testinrichtingen
- Bundesamt für Wehrtechnik und Beschaffung: materieelaankoop
In de Duitse grondwet is geregeld dat voor de inzet van de Bundeswehr altijd een parlementaire toestemming nodig is.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]De Bundeswehr is op 5 mei 1955 opgericht als uitvloeisel van de Verdragen van Parijs. De Bondsrepubliek was op dat moment nog niet geheel soeverein: de geallieerde bezetters hadden nog niet alle rechten opgegeven. Het bevel over de Bundeswehr werd geïntegreerd in de NAVO-commandostructuur. Pas na het in kracht treden van het Twee-plus-Vier-verdrag in 1991 kreeg de Bondsrepubliek haar volledige soevereiniteit.
Toen de DDR in 1990 opging in de Bondsrepubliek hield ook de Oost-Duitse tegenhanger van de Bundeswehr - de Nationale Volksarmee (NVA) - op te bestaan. Een groot deel van het materieel en personeel van de NVA werd opgenomen in de Bundeswehr. De hogere Oost-Duitse officieren werden echter ontslagen vanwege hun nauwe banden met het voormalige regime.
Vanwege het einde van de Koude Oorlog werd het Duitse defensiebudget kleiner; veel materieel werd daarom afgestoten. In 2011 werd uiteindelijk ook de laatste lichting dienstplichtigen opgeroepen. De Bundeswehr spitste zich toe op inzet bij buitenlandse (vredes)missies, zoals in Somalië, Kosovo, Bosnië, Afghanistan en Libanon. In dat kader werd in 1997 de KSK opgericht, waarmee de Bundeswehr voor het eerst een special forces-eenheid kreeg die snel in het buitenland kon worden ingezet.
In 2014 gaf minister van defensie Von der Leyen toe dat de Bundeswehr grote problemen had met de inzetbaarheid. De hele krijgsmacht had te kampen met verouderd materieel en een gebrek aan reserve-onderdelen.[3]
Bondskanselier Olaf Scholz zei op 27 februari 2022 dat zijn regering het budget voor de Duitse krijgsmacht fors wil vergroten. Deze uitspraak deed hij in de Bondsdag in een debat naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne. Volgens Scholz is het de bedoeling dat de Bundeswehr beter inzetbaar wordt, en dat Duitsland als NAVO-lid voldoet aan de NAVO-norm, die stelt dat elke lidstaat minstens 2% van zijn bbp aan defensie uitgeeft.[4] In 2024 zal Duitsland ruim 2% van het bbp aan de NAVO rapporteren, opnieuw voor het eerst sinds 1991 met 2,12% defensie-uitgaven.[2][5]
Dienstplicht
[bewerken | brontekst bewerken]De dienstplicht duurt zes maanden en kan vrijwillig worden verlengd tot 24 maanden. Op 3 januari 2011 werd de laatste lichting dienstplichtigen opgeroepen. De Duitse krijgsmacht bestaat sindsdien uit enerzijds beroepsmilitairen en anderzijds vrijwilligers.[6]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Noten
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ a b (de) Verteidigungshaushalt 2024. bmvg.de. Geraadpleegd op 3 februari 2024.
- ↑ a b (en) Defence Expenditure of NATO Countries (2014-2024). nato.int (17 juni 2024). Geraadpleegd op 18 juni 2024.
- ↑ (en) Germany's von der Leyen admits major Bundeswehr shortfalls. Deutsche Welle (2014-27-09). Gearchiveerd op 18 december 2022. Geraadpleegd op 2022-29-06.
- ↑ (en) Germany commits €100 billion to defense spending. Deutsche Welle. Gearchiveerd op 29 juni 2022. Geraadpleegd op 28 juni 2022.
- ↑ (de) Anteil der Militärausgaben am BIP in Deutschland bis 2023. Statista. Geraadpleegd op 22 juni 2024.
- ↑ Laatste keer met tegenzin naar Duits leger, Reformatorisch Dagblad, 3 januari 2011. Gearchiveerd op 1 april 2012.