begeerte
Dutch
editEtymology
editFrom Middle Dutch begeerte, variant of begeerde. Equivalent to begeren + -te.
Pronunciation
editNoun
editbegeerte f (plural begeerten or begeertes, diminutive begeertetje n)
- desire (for), craving (for), thirst (for)
- Synonym: geer
- Hij voelde een sterke begeerte naar avontuur en besloot de wereld rond te reizen.
- He felt a strong desire for adventure and decided to travel the world.
- Na een lange wandeling had hij een grote begeerte naar een verfrissend drankje.
- After a long hike, he had a great thirst for a refreshing drink.
- Haar begeerte naar succes dreef haar om hard te werken aan haar doelen.
- Her craving for success drove her to work hard towards her goals.
- desire, wish, dream (something coveted)
- Hij koesterde al lang de begeerte om een eigen bedrijf te starten.
- He had long nurtured the desire to start his own business.
- Haar grootste begeerte was om te kunnen reizen en nieuwe culturen te ontdekken.
- Her greatest wish was to be able to travel and explore new cultures.
- Zijn grootste begeerte was om beroemd te worden als muzikant.
- His biggest dream was to become famous as a musician.
Derived terms
editRelated terms
editDescendants
editCategories:
- Dutch terms inherited from Middle Dutch
- Dutch terms derived from Middle Dutch
- Dutch terms suffixed with -te
- Dutch terms with IPA pronunciation
- Dutch terms with audio pronunciation
- Dutch lemmas
- Dutch nouns
- Dutch nouns with plural in -en
- Dutch nouns with plural in -s
- Dutch feminine nouns
- Dutch terms with usage examples